słownik polsko - niderlandzki

język polski - Nederlands, Vlaams

zdumiony po niderlandzku:

1. verbazingwekkend verbazingwekkend



2. versteld staan versteld staan



3. verwonderd


Verwonderd zijn, zich iets afvragen, is het begin van het begrip.
Iedereen was verwonderd dat hij geslaagd was in het rijexamen.

4. verbazen zich



5. verbouwereerd



6. met stomheid geslagen



Niderlandzkie słowo "zdumiony" (met stomheid geslagen) występuje w zestawach:

Repetytorium Edek b2/c1 nl

7. verbijsterd


Haar dood heeft mij verbijsterd.
Dima?! Al-Sayib was zo verbijsterd, dat hij zijn Fanta op zijn computer liet vallen en daarmee zijn jacht op noobs ruïneerde. "Dima?! Ben jij dat echt?!"

Niderlandzkie słowo "zdumiony" (verbijsterd) występuje w zestawach:

Usłyszane 156 11.05.2021

8. verbaasd


Ik ben verbaasd om jou hier te zien.
Verbaasd zijn, zich verwonderen, is beginnen te begrijpen.